De ‘oppositie’ binnen de Club Nautique
Begin jaren ’60 kent de Club Nautique (KRCG) enkele woelige jaren. In het midden van deze roeivereniging ontstond een oppositiepartij onder leiding van Marcel Hebbelinck en een andere afgestudeerde universitair, Carlos Mecoen, de man die de gebroeders Johan en Dirk Lenders tot wereldkampioen zou opleiden. “Samen met... enkele ‘nog jeugdigere elementen’ hadden zij tot doelstelling gemaakt de roeisport in ons land er bovenop te helpen. De ervaring die ze tijdens hun universitaire studies in lichamelijke opvoeding opgedaan hadden, wilden zij nu in de praktijk omzetten. Dit betekende een revolutionaire aanpak in trainingsmethodes, waarbij de gevestigde waarden van de Club Nautique als André Segelaer en Jaak Defraigne de les gespeld zou worden.” Marcel Hebbelinck en Carlos Mecoen werden de leiders van de ‘Rebellen’ binnen de Club Nautique. Foutief volgens eerstgenoemde die er nog aan toevoegde dat er van een beweging van universitairen die de ‘les zouden spellen’ aan niet-universitairen maar wel ervaren trainers, geen sprake was. Wel was het zo dat er sinds geruime tijd sprake was van een groep ontevreden roeiers die de onrechtvaardige maatregelen, gepaard gaande met misplaatste nadruk op tucht en orde, niet langer nam. “De tijd van bezinning is gekomen. Laat ons nu maar aannemen dat men enerzijds van veel begrip en wat meer goede wil zal moeten getuigen en dat men anderzijds ook zal willen inzien, dat alle verdere verdeeldheid in een reeds zo moeilijke sporttak – ten overstaan van de jachtigheid en de vele eisen van de nieuwste levensopvattingen, die hun trouwste uitingen vinden in de sport zelf – dan ook regelrecht naar de totale ondergang van die eens zo roemvolle en onder alle opzichten zo gezonde roeisport zou leiden. En dit nu juist ware door niets noch niemand goed te praten…” Verzoening tussen oppositie en Club Nautique leek de makkelijkste weg, maar de breuk werd te groot. En dus leek het er meer en meer op dat het ontstaan van een derde roeiclub, naast de gevestigde waarden Sport Nautique (KRSG) en Club Nautique (KRCG), niet verder af te wenden was. Of toch? Een derde Gentse roeiclub, pure utopie “Aan de hand van wat we uit de jongst ingewonnen berichten aangaande innerlijke moeilijkheden bij Club Nautique Gent mochten vernemen, zou er nu sprake zijn, of laten we het maar een dreigement heten, van een afscheiding in de club. – Een derde roeiclub zou dus de rechtstreekse uitslag hiervan moeten worden dan wanneer het reeds moeilijk is voor de twee grote Gentse roeiclubs, om de steeds kostelijker wordende sportbeoefening, met eerder aantrekkelijke belangstelling, nog leefbaar te houden. Een derde roeiclub, neen, dit is gewoonweg pure utopie!”… Maar van pure utopie was geen sprake en dus verbaasden de Rebels met het Belgisch Staatsblad van 1 april 1965 dat de oprichting van de Gentse Roei- en Sportvereniging (GRS) als derde roeiclub aan de Gentse Watersportbaan kenbaar maakte. De founding fathers en de Antwerpse vrienden Aan de wieg van deze pasgeboren roeiclub stonden Ernest Vandewalle (voorzitter), Ludovicus Zurings (secretaris, penningmeester), Fernand Comhaire (feestelijkheden), Herwig Coppens (huidig voorzitter), Luc Henion, Marcel Hebbelinck, Willy Deneubourg, Jan Lenders (clubhuisuitbater samen met mevr. Lenders). Als echte foundingfathers van de ‘Gentse Rebellen’ stampten zij uit enkele bouwvallige huisjes gelegen aan de Belvédère, beter bekend als de oude Leiearm, de Gentse Roei –en Sportvereniging uit de grond. De Rebellen hadden dan wel eigenhandig een nieuwe roeiclub tot leven gewekt, voor boten was het nog even wachten tot er hulp uit onverwachte hoek zich aanbood. “Edmond, het is niet te verantwoorden dat al deze sportmensen aan de kant gezet worden en verloren zouden zijn voor de roeisport; vraag welk materiaal van hetgeen wij teveel hebben zij kunnen gebruiken; morgen stuur ik mijn grote botenwagen en jullie kunnen alles naar Gent brengen.” Het waren de woorden van Leon Van Parijs, voorzitter van de SRN Anversoise die Edmond Van Herck de opdracht gaf zijn goede vriend en voorzitter van de GRS, Ernest Vandewalle de vraag te stellen met welk materiaal hij de Gentenaren ter hulp kon schieten. Een vriendendienst van de Antwerpenaren die de Gentenaren nooit zullen vergeten en meer dan dankbaar zijn. Niet veel later zou het eerste botenpark van de Rebels bestaan uit een achtriem, een vier met stuurman, een twee met stuurman, een twee zonder, een dubbeltwee, een yole en een skiff. Rebels worden een jaar van het roeitoneel geweerd Het moet gezegd, ten tijde van de oprichting van de GRS zaten er enkele deugnieten in de Belgische roeiwereld. Getuige hiervan de actie van Club Nautique die gesteund door de Belgische roeibond het de Rebellen niet makkelijk maakte door alle uitgaande transfers richting GRS te weigeren. Maar liefst veertien Rebels werden voor één jaar van het nationale en internationale roeitoneel geweerd. Reden? Art. 98 van de Regattacodex zegt dat de federatie geen handeling mag aanmoedigen die het potentieel van een aangesloten vereniging verzwakt… Of hoe het Belgisch roeierspotentieel ten koste van het clubbelang verloren ging. Er zat niks anders op dan de opgelegde straf uit te zitten. Maar in afwachting van het nieuwe roeiseizoen zou er aan de Belvédère getraind en gezwoegd worden door zij die Club Nautique de rug hadden gekeerd. |
|